top of page

Leerlijnen

Bij theater maken gaat het over het dramatische spel, over ‘doen alsof. In verhalen, cultureel erfgoed, gedichten, films, je eigen leven komen leerlingen vormen van drama tegen. Door zelf te spelen en door te kijken naar theater worden leerlingen geraakt, verwonderd, meegenomen in de wereld van verbeelding. Onze wereld ervaren we vanuit een verschillend perspectief; we leven in een diverse samenleving en het is daarom van belang dat leerlingen elkaars cultuur leren kennen en zich in het leergebied herkennen.

Met diverse leerlijnen (verschillende uitgangspunten) heb ik lessen ontwikkeld voor de leerkrachten. Graag wil ik lespakketten aanbieden voor de onder-, midden-, en bovenbouw. U kunt een voorbeeldles aanvragen via mijn email mtichelaar@concepts.nl.Deze lespakketten variëren in prijs van 25 tot 35 euro; afhankelijk van de hoeveelheid lessen.

Theateronderwijs heeft een positieve invloed op de groepsvorming, sociale vaardigheden, taal en communicatie. De leerlingen leren, naast het verrijken van hun woordenschat, op een creatieve manier met taal om te gaan.
De leerling werkt samen en draagt bij aan het spel door zich te concentreren op zichzelf en de ander. Drama doet een beroep op het inlevingsvermogen, op het vermogen om te improviseren, rekening te houden met de ander en samen de problemen op te lossen.  Het jezelf leren presenteren zowel verbaal als non-verbaal helpt leerlingen om te gaan staan voor waar je voor wilt staan en draagt bij aan het zelfvertrouwen! 

In de praktijk hebben educatieve activiteiten van basisscholen vaak weinig te maken met de visie en structuur van de school. Een vakdocent (eventueel met andere disciplines) kan een ondersteunende, creatieve, inspirerende en frisse kijk bieden. Door samen een plan te maken gaat een school bewuster kiezen voor wat men wil dat geleerd wordt per bouw. Deze bouwstenen vertegenwoordigen de keuzes voor de culturele activiteiten van de school. 
Het vergt een nauwe samenwerking van de school (directie en leerkrachten) en de vakdocenten om een plan te maken, uit te voeren, te evalueren en bij te stellen.  

In een maatschappij waarin culturen samenleven kunnen nieuwe uitingen van kunst en cultuur ontstaan. Door het stellen van kritische en /of filosofische vragen leren leerlingen kunst vanuit verschillende perspectieven te onderzoeken, analyseren en te creëren. Ons digitale tijdperk brengt ons tevens nieuwe mogelijkheden om in aanraking te komen met kunst. Voor het leergebied Kunst & Cultuur is landelijk een samenhangend curriculum geformuleerd.  Uitgangspunt voor het maken van de leerlijn wordt dit curriculum en mijn praktijkervaring.

Verschillende mogelijkheden in  een leerlijn

In het leergebied Kunst & Cultuur zijn er 3 hoofddoelen gemaakt: kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming. Per school zullen de doelen/accenten in het leerplan hierdoor komen te verschillen.

  • De kwalificerende doelen hebben betrekking op de specifieke kennis  en vaardigheden die leerlingen voorbereiden op het vervolg van hun onderwijs loopbaan. Naast vakspecifieke kennis van technieken en vaardigheden leren de leerlingen hun verbeeldingskracht te gebruiken.  Leerlingen leren vanuit meerdere perspectieven  kunst te ervaren, te onderzoeken, filosofisch te bevragen, te analyseren en daardoor betekenis te geven aan uitingen van kunst en cultuur. In de praktijk kan het accent zitten op het leren toneelspelen, eigen werk leren maken,  zichzelf durven te presenteren, maar ook de theaterpraktijk verbinden met de theorie.

  • Het accent leggen op de maatschappelijke vorming (socialisatie) vindt plaats doordat leerlingen met elkaar in contact komen met professionele kunsten binnen of buiten school. Kunst als spiegel van de wereld, kan reacties losmaken waardoor dialoog plaats kunnen vinden. Leerlingen leren dat meerdere opvattingen naast elkaar kunnen bestaan. Leerlingen leren culturen, de samenleving en de wereld verkennen, te onderzoeken en te waarderen.  De inhoud van drama kan gerelateerd zijn aan thema’s uit hun omgeving. Ook het cultureel erfgoed kan een verrijking zijn van de dramalessen.

  • Persoonsvorming gaat over hoe de leerling als persoon tot ontwikkeling komt. Het gaat over wat de leerling wil overdragen, waar hij/zij zich betrokken bij voelt. De leerling leert door reflectie zichzelf kennen, ontdekt door reflectie waar zijn kwaliteiten en voorkeuren liggen en wat hij belangrijke waarden vindt. Het accent kan liggen op het werken aan de groepsdynamiek, aan het vertrouwen in elkaar en in jezelf , sociale weerbaarheid, en dat dat een goede basis geeft om te leren. Bij groepen die weinig ervaring hebben met dramatische vorming en bij moeilijk te hanteren groepen is het raadzaam om de doelstellingen niet zozeer op de theatervaardigheden, maar meer op de                    sociaal-emotionele vorming te zetten.

  • In deze tijd van een tekort aan leerkrachten geef ik op een school les aan halve groepen en dat geeft de docent de mogelijkheid om met een kleinere groep wat intensiever te werken aan bijvoorbeeld rekenen en taal. Bij de lessen in de speelzaal is er dan geen leerkracht bij en zijn er over en weer goede afspraken gemaakt over wat te doen als leerlingen zich niet gedragen bij de vakleerkracht.                                                                             Op deze school werk ik taakverlichtend.

  • Er is ook een mogelijkheid om de docenten inzicht te geven en te leren lesgeven in dramatische vorming. Op dit moment is er minder budget voor ons vak en een school kan dan ook kiezen om zes voorbeeldlessen door een vakdocent en zes door de vakdocent gemaakte lessen door de leerkracht zelf te laten geven. De school kiest voor een vakdocent om kwaliteit in huis te halen en hiervan te leren.

 

 

Een leerlijn

Na een brainstorm met directie en de leerkrachten uit de verschillende bouwen, maak ik een leerlijn theater. Het moge duidelijk zijn dat elke school voor een andere leerlijn kiest en voor andere kunstvakken. Voorafgaande accenten in de leerlijn kunnen elkaar versterken of overlappen. Op een school kan ik bijvoorbeeld eerst werken aan de sociale vaardigheden in de middenbouw en aan theatervaardigheden in de bovenbouw of anderszins.

Regelmatig heb ik, als vakdocent drama, overleg met de directie, leerkrachten van de school en eventueel andere vakdocenten om te kijken naar de specifieke mogelijkheden van een school. Deze mogelijkheden worden op papier gezet, uitgevoerd en geëvalueerd. 
Elke school krijgt zo een op maat gemaakte leerlijn.

In de praktijk hebben veel scholen behoefte aan concretisering. Om scholen meer houvast te bieden heeft het SLO (www.SLO.nl) verschillende leerlijnen ontwikkeld. Onderstaande geeft een goed beeld van de globale ontwikkeling van de leerlingen met betrekking tot dramatische vorming.

 

Groep 1-2
​Kleuters kennen geen duidelijk onderscheid tussen spel/fantasie en werkelijkheid. Ze spelen dagelijks allerlei rollenspelen en zijn zeer associatief. Hun spel is vaak spontaan en nabootsend. De nadruk ligt meer op het fysieke spel dan op het talige spel. De leerlingen zijn sterk op zichzelf (egocentrisch) en de leerkracht gericht en daarom wordt er meestal met de hele groep tegelijk een spel gespeeld.


​Groep 3-4
​Leerlingen uit groep 3-4 leren lezen, schrijven en rekenen en zijn over het algemeen erg leergierig en enthousiast. Ze zijn zich bewust van het verschil tussen dramatisch (spelwerkelijkheid) en natuurlijk spel. Het verschil tussen spel en werkelijkheid moet nog wel steeds goed worden aangegeven. Leerlingen spelen situaties uit hun dagelijkse werkelijkheid maar ook uit die van de grotere wereld om hen heen. De nadruk ligt nog steeds op fysiek spel, maar gaandeweg kunnen er meer talige opdrachten bijkomen. Naast klassikaal werken vinden deze leerlingen het ook fijn om in groepjes te werken. De leerlingen laten hun spel/presentatie graag aan elkaar en aan een bekend publiek zien.


​Groep 5-6
​De leerlingen in deze groepen vinden het uitdagend om zelfstandig te werken. De leerkracht kan hen met behulp van gestructureerde opdrachten makkelijk prikkelen hun eigen mening te vormen. Vanaf groep 5 is het taalbegrip en begrijpend lezen, over het algemeen, op een niveau dat leerlingen kunnen beginnen met het spelen van een vaste (toneel-)tekst. Leerlingen werken met talige spelopdrachten en met vaste teksten. Ook is het een uitdaging voor leerlingen om zelf teksten te schrijven. Leerlingen worden graag geïnspireerd door onderwerpen die buiten hun directe omgeving liggen, zoals informatie van het journaal of internet. Dit zijn dankbare onderwerpen om scènes over te maken. Zij spelen graag voor eigen en onbekender publiek.


​Groep 7-8
​Leerlingen van groep 7-8 zijn zich sterk bewust van het ‘doen alsof’. Ze zijn zich ook steeds meer bewust van het feit dat presenteren een belangrijk onderdeel is van de dramalessen. Deze groep leerlingen zitten midden in hun ontwikkeling tot jong volwassenen en de plaats in de groep is voor deze leerlingen heel belangrijk. Voor hen is de eigen inbreng in dramalessen belangrijk. Leerlingen zijn, over het algemeen, onzeker over zichzelf, hun lijf en hun ideeën en zijn erg zoekende. Het is daarom belangrijk dat de leerkracht een veilige omgeving creëert waarin leerlingen zich kunnen uiten. Leerlingen werken graag met onderwerpen waarin ze zichzelf kunnen spiegelen. Dit kan in de vorm van improvisatie, met een vaste tekst of werkend vanuit een thema. Leerlingen hebben met name behoefte aan een podium voor hun persoonlijke ideeën. Ze spelen graag voor publiek.
 

Een aantal aanbieders van projecten met betrekking tot de kunsteducatie hebben me gevraagd om eens op te schrijven wat een leerlijn drama de leerlingen zou kunnen geven. In dit PDF kunt u dit lezen; het is vooral gericht op midden- en bovenbouw.

 

Uit de praktijk: ‘ Wat geeft een leerlijn dramatische vorming de leerlingen?’  

  • Aan de hand van een leerlijn ontdekken en leren de leerlingen onderwerpen als plankenkoorts, het verschil van spel en werkelijkheid, elkaar onvoorwaardelijk vertrouwen en steun geven, je eigen identiteit al spelenderwijs bespreken. 

  • De jongens en meisjes durven in groep 8 gemakkelijker samen te spelen en te dansen.

  • Leerlingen die misschien in de klas op het cognitieve vlak niet zo sterk zijn, kunnen juist met drama de sterren van de hemel spelen.  Ze gaan blij naar school, want zij mogen laten zien waar ze goed in zijn. 

  • De leerlingen kunnen in een eerder stadium al hun talenten ontdekken in de zang, dans en het spelen. Leerlingen, die we wat meer als introvert bestempelen, krijgen juist kans om zich te ontwikkelen tot prachtige dansers, zangers en spelers.

  • Het ontwikkelen van lichaamsbewustzijn: Hoe verander je je lichaam bijvoorbeeld in een ander personage? Lichaamsbewustzijn geeft tevens sociale, emotionele en fysieke weerbaarheid. Lichaam en geest beïnvloeden elkaar. Wanneer je je fit en gezond voelt, zit je letterlijk goed in je vel!

  • Dat iedere leerling een belangrijke taak vervult: Alle rollen zijn even belangrijk, het een kan niet zonder het ander. Je hebt elkaar nodig.

  • Dat theater maken ook doorzettingsvermogen vergt om er samen iets moois van te maken. Meestal zit er in het proces een dal en hoe kom je daar dan samen doorheen. 

  • Door de leerlingen te laten zoeken in hun eigen fantasie en/of mogelijkheden (voorbeelden op You Tube) in dansen of spelscènes die in hun presentatie passen, wordt er meer gebruik gemaakt van de eigen creativiteit.

  • De cultuur van : “Doe maar gewoon dan doe je gek genoeg!’ of ‘De machocultuur’,  verdwijnt, op het toneel mag je anders dan anders zijn. Er wordt een beroep gedaan op je fantasie, je mag de grenzen van je fantasie opzoeken en de leerlingen merken dat dit wonderlijke rollen, samenspel, verhalen, decor etc. oplevert! 

  • De leerlingen leren naar elkaar kijken om zo een goed publiek te zijn. Als de school naar een voorstelling gaat, is dat te merken, want deze school heeft geleerd respect te hebben voor wat er getoond wordt op het podium. 

  • De leerlingen leren door het kijken (de tops en tips), een manier van creatief en oplossingsgericht denken.

  • Theater verbindt elkaar!

bottom of page